Page 63 - Urban Jungle mode d'emploi_NL _HD
P. 63

REMMEN
Remmen (a) worden gebruikt om de snelheid aan te passen aan het omringende terrein en verkeer. In een noodsituatie moeten de remmen uw URBAN JUNGLE-fiets zo snel mogelijk tot stilstand brengen.
Bij een dergelijke noodstop verplaatst het gewicht van de bestuurder zich abrupt naar voren, waardoor de belasting op het achterwiel afneemt. De vertragingssnelheid wordt in de eerste plaats beperkt door het gevaar dat het achterwiel het contact met de grond verliest (b), waardoor de URBAN JUNGLE-fiets omkantelt, en in de tweede plaats door de grip van de banden op de weg. Een dergelijk probleem wordt vooral acuut bij bergafwaarts rijden. Daarom moet u bij een noodstop proberen uw gewicht zoveel mogelijk naar achteren en naar de grond te verplaatsen.
Gebruik beide remmen tegelijk (c) en houd er rekening mee dat de voorremmen door de gewichtsverplaatsing een veel beter remeffect kunnen genereren op een ondergrond met goede grip.
De remomstandigheden op onverhard wegdek en wanneer het nat of vuil is, verschillen.
Dat wil zeggen dat te hard remmen op het voorwiel ervoor kan zorgen dat het wiel wegglijdt.
Maak uzelf vertrouwd met de bediening van de remmen, voordat u voor het eerst op pad gaat. Oefen het remmen op verschillende soorten ondergrond op een plek waar geen verkeer is.
Nat weer vermindert de remkracht. Gebruik de remmen voorzichtig wanneer u op een natte of gladde ondergrond rijdt, omdat de banden dan gemakkelijk kunnen wegglijden. Verlaag daarom uw snelheid wanneer u onder dergelijke omstandigheden rijdt.
Er zijn verschillende soorten remsystemen die de volgende problemen kunnen vertonen:
Te lang remmen of het slepen van de remmen kan leiden tot oververhitting van de velgrem- men.
(d). Dit kan de binnenband beschadigen of de band kan gaan slippen op de velg, waardoor plotseling luchtverlies optreedt, wat kan leiden tot een ernstig ongeluk.
Bij roller brakes, trommel-, terugtrap- (e) en schijfremmen kan langdurig remmen of perma- nent slepen van remblokken ook leiden tot oververhitting van het remsysteem. Dit kan leiden tot verminderde remkracht of remstoringen. Gevaar voor ongelukken!
 a
 b
 c
 ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING | 63 |



















































































   61   62   63   64   65