Page 32 - Urban Jungle mode d'emploi_NL _HD
P. 32
2. Zijn de banden in goede staat en hebben ze voldoende spanning (b)? De minimum- en maximumspanning (in bar of PSI) wordt aangegeven op de zijkant van de band. Zie voor meer informatie het hoofdstuk "Wielen en banden" en de fabriekshandleidingen van de onderdelen.
3. Draai de wielen om te controleren of de velgen recht zijn. Als u schijfremmen hebt, let dan op de ruimte tussen frame en velg of band en, als u velgremmen hebt, tussen remblokje en velg (c). Velgen met slagen in kunnen duiden op banden met gescheurde zijkanten of gebroken spaken.
Zie voor meer informatie het hoofdstuk "Wielen en banden" en de handleidingen van de onderdelenfabrikanten.
4. Test de remmen in stilstand door de remhendels stevig naar het stuur toe te trekken (d). De remblokjes van velgremmen moeten de velg gelijkmatig raken met hun hele oppervlak zonder de band te raken tijdens het remmen, bij het loslaten van de remmen of daartus- sen.
U moet de hendel niet helemaal naar het stuur kunnen trekken. Als uw fiets hydraulische remmen heeft, controleer dan de hydraulische remkabels op olie- of remvloeistoflekken! Controleer ook de dikte van de remblokken.
Met schijfremmen moet u meteen een stabiel drukpunt hebben. Als u de remhendel meer dan eens moet bedienen om een positieve remreactie te krijgen, laat de URBAN JUN- GLE-fiets dan onmiddellijk controleren door uw URBAN JUNGLE-dealer.
Zie voor meer informatie het hoofdstuk "Remmen" en de fabriekshandleidingen van de onderdelen.
5. Laat uw URBAN JUNGLE-fiets op de grond stuiteren vanaf een kleine hoogte (e). Als er gerammel is, controleer dan waar het vandaan komt. Controleer de lagers en boutverbin- dingen, indien nodig. Draai ze, indien nodig, iets vaster.
6. Als u een URBAN JUNGLE-fiets met vering hebt, druk dan op uw URBAN JUNGLE-fiets en kijk of de veerelementen zoals gewoonlijk in- en uitschuiven (f).
d
e
f
| 32 | ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING